woensdag 1 december 2010

Ingrijpend

“Kijkt u maar naar het midden van de cirkel.”

Doodsbang was ik. En tot het uiterste gespannen. De chirurg kende ik goed en een gebrek aan vertrouwen in hem was het probleem niet. Toch was dit een verzoeking voor me.

Boven me hing een groot apparaat. Aan het apparaat hing een microscoop. Het enige wat ik van de microscoop kon zien, was een cirkel van kleine rode lampjes. In het midden van de cirkel scheen een fel wit licht. Wat zich buiten de cirkel van rode lampjes bevond kon ik niet meer zien.

Mijn hoofd was bedekt met een groen laken met een rond gat, ter grote van een twee-euromunt. Dit gat zat precies over mijn rechteroog. Met doorzichtig plakband, bevestigd aan de uiteinden van het gat, werden mijn wimpers aan de kant gehouden. In mijn oog zat een klemmetje om knipperen onmogelijk te maken.

Af en toe zag ik, aan de rand van mijn gezichtsveld, een naald met draad boven mijn oog. Zodra een hechting was gezet, zag ik een klein schaartje voorbij komen, waarmee het overtollige deel van de draad werd weggeknipt. Daarna werd er een koele vloeistof over mijn oog gegoten. Het verkoelende gevoel van die vloeistof op mijn oog vond ik het enige wat wel prettig was aan deze operatie.

:”Nog één hechting, en dan ben ik waarschijnlijk klaar.” Hoorde ik boven me zeggen. Hoezo waarschijnlijk? Dacht ik. En waarom waren de twee andere hechtingen niet voldoende? Er zou er toch maar één gezet worden? Ondanks dat ik niets had gevoeld van de eerste twee hechtingen, lukte het me nog steeds niet om een beetje te ontspannen.

“Blijft u rustig naar het midden van de cirkel kijken? Ja, goed zo! Nu gewoon uw oog stilhouden.”

Je oog stilhouden; Dat is nog best een uitdaging. Zelfs na jaren ervaring met oogonderzoeken.

Ik zag weer die naald en draad komen en weer gaan en even later het schaartje er weer bij. Na nog wat van de koele vloeistof, werd eindelijk de klem verwijderd. Het felle licht werd uitgeschakeld.

“Zo, dat ziet er weer mooi uit.” Zei de chirurg. Dat kon hij wel zeggen, maar behalve de rode lampjes zag ik nog niets.

De plakband werd van mijn oogleden los gehaald en het groene laken werd weggetrokken. Mijn linkeroog moest even wennen aan het licht in de kamer.

“U zult waarschijnlijk morgen, en misschien zelfs vanavond al het verschil in zicht kunnen merken. En in de komende dagen moet het steeds beter gaan worden.”

Er werd een verband over mijn rechteroog geplakt. Daarna mocht ik van de operatietafel af, het ziekenhuisbed in. Terwijl ik terug gebracht werd naar de kamer, moest ik denken aan de man die tegenover me in de kamer lag en honderduit had verteld over zijn oogoperatie. Hij vond het ideaal; alleen maar plaatselijk verdoofd worden en er de hele operatie volledig bij zijn. Hele gesprekken had hij gehad met de chirurg. Hij had zelfs gevraagd om een video-opname van de operatie. Ik moest er niet aan denken. Ik hoopte het ook nooit meer mee te hoeven maken. Geef mij maar een volledige narcose.

2 opmerkingen:

  1. Zelfs geen ontspannende muziek op de achtergrond???
    Een oog, zo een gevoelig onderwerp.
    Zichtbaar beschreven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. nope... wel een zoemer die om de 5 seconden afging

    BeantwoordenVerwijderen